Huseby en collega ‘ s begonnen met een basismodel van Tau-aggregatie in twee stappen. Stap één bestaat uit twee Tau-proteã nen die langzaam samen binden, en stap twee impliceert extra Tau-molecules die zich aan de twee proteã nen binden.
de onderzoekers breidden dit basismodel uit met extra manieren waarop Tau fibrillen zich gedragen. Wetenschappers hebben eerder beschreven fibrillen als ” de klitten ontwarren.”
het gewijzigde model voorspelde dat het tau-eiwit zou worden afgebroken in verschillende korte fibrillen., Echter, de onderzoekers wisten dat onder de microscoop, Tau klitten onthullen lange fibrillen, niet korte degenen.in een poging om de discrepantie tussen wat het model voorspelde en de microscopische realiteit te verklaren, vroegen de onderzoekers zich af of kortere fibrillen samen lange fibrillen vormden, op een vergelijkbare manier als haarextensies.
verdere experimenten waarbij de wetenschappers Tau fibrillen met fluorescerende kleuren bestempelden, toonden aan dat lange fibrillen inderdaad bestonden uit kortere, verschillend gekleurde fibrillen die aan de uiteinden waren samengevoegd.,
voor zover de auteurs weten, tonen deze bevindingen voor het eerst aan dat tau-fibrillen in grootte kunnen groeien door meer dan één eiwit tegelijk toe te voegen. In plaats daarvan kunnen kortere fibrillen zich aan elkaar hechten, waardoor een fibril sneller wordt verlengd.
Studiecoauteur Kuret legt uit dat de bevindingen licht kunnen werpen op hoe Tau — en impliciet de ziekte zelf — zich van de ene cel naar de andere kan verspreiden. Zodra een lang fibriltje “in kleine stukjes is gebroken, kunnen die diffunderen, waardoor hun beweging van cel naar cel wordt vergemakkelijkt,” zegt hij.,
verder, zeggen de onderzoekers, helpen de bevindingen te verduidelijken hoe Tau fibrillen kunnen groeien tot honderden nanometer lang. Ook kan dergelijke kennis leiden tot een nieuwe klasse van drugs, die zou kunnen stoppen Tau aggregeren.
in de toekomst willen de wetenschappers hun model aanpassen om rekening te houden met de vele nuances die het tau-eiwit zo complex maken. Bijvoorbeeld, gebruikte deze reeks experimenten slechts één type van tau, maar er zijn zes isovormen van de proteã ne. Ook, kunnen de chemische processen, zoals phosphorylation, de structuur van de proteã ne verder veranderen.