een schema van vier doses van 1 mL HDCV-of PCEC-vaccins dient intramusculair te worden toegediend aan niet eerder gevaccineerde personen.
de eerste dosis van de vier-dosis kuur moet zo snel mogelijk na blootstelling worden toegediend. Aanvullende doses dienen te worden toegediend op de dagen 3, 7 en 14 na de eerste vaccinatie. Voor volwassenen dient de vaccinatie altijd intramusculair te worden toegediend in de deltaspier (arm). Voor kinderen is het anterolaterale aspect van de dij ook aanvaardbaar., Het gluteaal gebied mag nooit worden gebruikt voor rabiësvaccininjecties omdat waarnemingen suggereren dat toediening in dit gebied resulteert in lagere neutraliserende antilichaamtiters.
Verzorging | – Regime |
---|---|
Wond reinigen | Alle postexposure prophylaxis moet beginnen met onmiddellijke grondige reiniging van alle wonden met water en zeep., Indien beschikbaar, moet een virucidaal middel zoals povidine-jodiumoplossing worden gebruikt om de wonden te irrigeren. |
RIG | indien mogelijk moet de volledige dosis worden geïnfiltreerd rond elke wond(en) en moet elk restvolume IM worden toegediend op een anatomische plaats ver van de toediening van het vaccin. RIG mag ook niet in dezelfde injectiespuit als het vaccin worden toegediend. Omdat RIG de actieve productie van antilichamen gedeeltelijk kan onderdrukken, mag niet meer dan de aanbevolen dosis worden gegeven. |
vaccin | HDCV of PCECV 1.,0 mL, IM (deltoïdeus gebied ), één elk op dag 0 , 3, 7 en 14. |
* een 5e dosis op dag 28 kan worden aanbevolen voor immuungecompromitteerde personen.
Verzorging | – Regime |
---|---|
Wond reinigen | Alle postexposure prophylaxis moet beginnen met onmiddellijke grondige reiniging van alle wonden met water en zeep., Indien beschikbaar, moet een virucidaal middel zoals povidine-jodiumoplossing worden gebruikt om de wonden te irrigeren. |
RIG | RIG mag niet worden toegediend. |
vaccin | HDCV of PCECV 1,0 mL, IM (deltoïdeus gebied), elk één op dag 0 en 3. |
bij blootstelling aan rabiës dienen eerder gevaccineerde personen twee IM-doses (elk 1,0 mL) vaccin te krijgen, één onmiddellijk en één drie dagen later., Eerder gevaccineerde personen zijn personen die een van de aanbevolen schema ‘ s voor of na blootstelling van HDCV, RVA of PCECV hebben gekregen, of personen die een ander vaccin kregen en een gedocumenteerde rabiës antilichaamtiter hadden. RIG is niet nodig en dient niet aan deze personen te worden toegediend omdat een anamnestische respons zal volgen op de toediening van een booster, ongeacht de pre-booster antilichaamtiter.