Doelstellingen: Onze doelstellingen waren: (1) onderzoek naar de prevalentie van slechthorendheid in een groot cohort van kinderen met preauricular markeringen van de huid of oor kuilen en vergelijk het met dat van alle andere pasgeborenen deel te nemen aan onze universele hoortest programma tijdens dezelfde periode, en (2) het evalueren van de effectiviteit van transient evoked otoacoustic-uitstoot van een hoorzitting-screening tool in deze populatie.,
patiënten en methoden: tijdens de studieperiode van 7,5 jaar werden 68484 zuigelingen gescreend op slechthorendheid, van wie 637 (0,93%) preauriculaire huidtags en/of oorpitten hadden. De populatie was verdeeld in 3 groepen: (1) een groep met een laag risico voor gehoorstoornissen; (2) een groep met een hoog risico voor gehoorstoornissen; en (3) een groep met een zeer hoog risico voor gehoorstoornissen. De screeningsresultaten en de Audiologische follow-up voor deze zuigelingen werden retrospectief onderzocht.,
resultaten: een significant hogere prevalentie van permanente gehoorbeschadiging werd gevonden bij zuigelingen met preauriculaire huid-of oorpitten (8 van de 1000), vergeleken met zuigelingen zonder labels of putjes (1,5 van de 1000). In de groep met een laag risico was de prevalentie 3,4 op 1000, vergeleken met 0,5 op 1000 bij zuigelingen met respectievelijk preauriculaire labels of pits. In de hoogrisicogroep was de prevalentie 77 van de 1000, vergeleken met 20 van de 1000 bij zuigelingen met respectievelijk en zonder preauriculaire labels of pits., De odds ratio voor slechthorendheid geassocieerd met preauriculaire huid tags en / of oor pitten na aanpassing voor risicogroep was 4,9. Alle zuigelingen bij wie de diagnose permanent gehoorverlies werd gesteld, met uitzondering van 1 met een laat-beginnende stoornis, werden gedetecteerd door in het ziekenhuis transiënte-geïnduceerde otoacoestische emissiescreening.
conclusies: zuigelingen met preauriculaire huidtags of oorkuilen hebben een verhoogd risico op permanente gehoorbeschadiging. Transiënte-opgewekte otoacoustische emissies bleken bij deze populatie een effectief gehoorscreeningsinstrument te zijn.