elk individu bezet een aantal statusposities, sommige toegewezen (zoals geslacht of ras), en sommige bereikt (zoals opleidingsniveau of beroep). De meesterstatus van een individu is er een die, in de meeste of alle sociale situaties, alle andere statussen zal overheersen of domineren. De term werd bedacht door de Amerikaanse socioloog Everett Hughes in de jaren 1940, met speciale verwijzing naar ras., Beroep, ras en seks kunnen allemaal functioneren als meesterstatussen in westerse samenlevingen, en kunnen krachtige tegenstrijdigheden en sociale dilemma ‘ s veroorzaken wanneer belangrijke status posities in tegenspraak zijn met waargenomen rollen en stereotypen—bijvoorbeeld de vrouwelijke astronaut, of de Afro-Amerikaanse chirurg. In deze situaties moeten sociale actoren statusbeslissingen nemen, die de vorm kunnen aannemen van ontkenning (de astronaut bestempeld als ‘onnatuurlijk’ of de arts als ‘uitzonderlijk’); of reacties kunnen de vorm aannemen van uitsluiting, of de aanvaarding van een nieuwe masterstatus., Master status beïnvloedt elk ander aspect van het leven, inclusief persoonlijke identiteit. Omdat status een sociaal label is en geen persoonlijke keuze, heeft het individu weinig controle over zijn of haar master status in een bepaalde sociale interactie.